Tennisarm

Bij binnenkomst in mijn spreekuur roept men al van verre: “Ik heb een tennisarm en ik tennis nooit!!! En de huisarts zegt dat ‘niets’ helpt, het gaat vanzelf over.”

Met enig ritueel vraag ik de medewerker haar hand plat op mijn bureau te leggen, leg mijn hand op die van de medewerker en met de woorden “Ik zal eens kijken of het er echt één is”, vraag ik of zij de vingers van haar hand wil heffen. Onder gekreun wordt een poging gedaan. “Het is er één”, geef ik dan toe. Dan leg ik uit hoe men eraan komt en wat je er nog mee mag doen in het werk.

Spieren heb je, begin ik, om je botten te bewegen. Spieren zitten altijd met pezen vast aan die botten, niet direct, maar aan het botvlies: een heel gevoelig vlies dat vast over alle botten ligt. Gevoelig, want je voelt het als je je scheenbeen stoot tegen een bedrand of tafelpoot. Begrijpend wordt dan geknikt; wie herkent dat niet? Waar de pees vastzit aan het botvlies, vervolg ik, dat is de pijnlijke plek. Waarom pijn? Pezen hebben weinig bloedvaten, leg ik uit, maar het is wel levend weefsel, dus er zijn voedingsstoffen nodig en afvalstoffen moeten worden afgevoerd. En dat gaat niet zoals normaal met het bloed, maar met een sponswerking van de pees.

Als een spier aanspant, spant ook de pees en perst zo de afvalstoffen weg. Als de spier ontspant, ontspant de pees en als een spons zuigt de pees voedingsstoffen aan. Met mijn hand doe ik voor hoe een spons werkt, aanschouwelijk onderwijs, show and tell…

Als je nu extra veel geestelijke spanning hebt, zijn je spieren gespannen, de hele dag door. Dus dan werkt de “spons” niet, er komen geen voedingsstoffen aan bij de pees en de afvalstoffen hopen zich op. De pees verzuurt en de aanhechtingsplek aan het bot is het meest gevoelig, dus daar voel je de pijn. Zozeer zelfs dat men dingen uit de handen laat vallen.

In de tijd van vóór de vaatwasser, lieten (meestal) vrouwen kopjes stuk vallen op de keukenvloer, bijna bewijzend voor, toen al, een tennisarm!

Als geestelijke spanning komt bij lichamelijke spanning, kan het zijn dat je een tennisarm krijgt.

tennis-ballen-klein

Alle behandelingen die er zijn helpen niet om het herstel te bevorderen. Fysiotherapie, injecties of zelfs operatie doen soms meer schade dan goed. Het beste is gedoseerd doorwerken en doorgebruiken van de arm, de “spons” moet blijven werken. Pijnstillers zijn wel te adviseren, zodat je ‘s nachts niet wakker wordt van de pijn. Overdag zo weinig mogelijk pijnstillers gebruiken.

Dus: gedoseerd “doortennissen “.