Als titel had ik eerder gedacht aan ‘Moe’, maar een wijze collega adviseerde positief te zijn, daarom ‘Energie’. Toch intrigeert het woord ‘moe’: het zit in ‘moe’-ten, een teveel moeten misschien?
Dus ‘moe’ als tekort aan energie. Eenderde van de Nederlandse bevolking zou vaak moe zijn, 6 procent gaat met deze klacht naar de huisarts. De huisarts laat bij eenderde van de patiënten bloedonderzoek doen, 10 procent wordt verwezen naar de fysiotherapeut (voor fitness), en 15 procent gaat naar de internist voor verder onderzoek.
Tot zover de statistiek.
Hoe word je nou moe, of hoe verbruik je nu teveel energie? Ik zie het in mijn werk als bedrijfsarts veel gebeuren bij perfectionistische mensen, die hoge eisen stellen aan zichzelf, en aan hun omgeving. Die de lat dus hoog hebben liggen. Deze combinatie kan jaren goed gaan, maar als de jaren gaan tellen wil men nog het tempo van jaren geleden vasthouden. Dat lukt dan niet en men raakt opgebrand.
Een andere groep die vermoeid kan raken is die van de hypersensitieven. Alle indrukken komen bij deze personen binnen, maar wat moeten ze ermee. Zeker in deze westerse maatschappij, waar zoveel informatie om ons heen om aandacht vraagt. De grenzen bepalen is dan een uitdaging.
Lichamelijke oorzaken van een tekort aan energie moeten worden uitgesloten, daarom is bij een langer durende vermoeidheidsklacht een bloedonderzoek altijd een goed begin.
Hoe krijg je meer energie? In mijn spreekuur geef ik vaak de tip om mensen op te zoeken, waar je energie van krijgt, niet die je energie kosten.
Mensen die goede aandacht geven, goed kunnen luisteren en niet snel met hun eigen ervaringen of anekdotes komen.
Een ander advies ter voorkoming van opgebrand raken, wat ik recent las: per week minimaal 3 keer per week 20 minuten goede lichamelijke inspanning, zoals fietsen, tuinieren, klussen of sporten.
Bij gebrek aan energie is een lastige klacht het sneller geïrriteerd worden. De energie om een nare opmerking weer goed te maken ontbreekt dan ook. Wat uitleg aan je naasten hierover helpt dan goed.
Uit onderzoek bleek dat jonge moeders in onze maatschappij zich toenemend vermoeid voelen. Ze denken te moeten voldoen aan de 3 M’s: een goede manager zijn, een topmoeder en een spannende minnares.
Op mijn vraag aan zo’n jonge moeder met 3 schoolgaande jonge kinderen over hoe zij ze naar school brengt: “Nou,” zei ze, “één voor (op de fiets), één achter en één op de fiets naast me.”
Een topprestatie lijkt me.